dagboekfragment uit 1966
De tekenaar is 57 jaar
Een uur lang moet ik wachten op de bus die me naar het huis brengt waar het grote leed als een bliksem insloeg. Een levensbestaan is hier op het emplacement geëindigd. Verholen kijk ik naar de koppelplaats der treinwagons, naar de spoorwegovergang bij de uitgang, naar de stalen rails, koude getuigen van het einde van een jong, bloedwarm leven. De lucht is wolkenzwaar. De mensen gaan langs me heen of wachten met mij op een van de bussen die hier als slaperige kolossen naast elkaar staan, wachtend op het moment van vertrek.
Ik had direct door moeten lopen uit de trein naar de plaats waar ik nu net ben aangekomen, dan was ik al een uur eerder vertrokken en dan had ik ook een uur eerder op de plaats van bestemming kunnen zijn, het huis van de rouw.
In een kale en onaanzienlijke cafézaal die wat muffig ruikt zijn we aan lange tafels bij elkaar, de familieleden en al de genodigden en belangstellenden. De zwart bedekte kist staat bij de ingang van de zaal en zal niet opengaan voor een laatste blik. Ze staat terzijde, in een hoek geschoven, om de levenden door te laten.
Met iets schuws gaan de levenden langs dit monument van dood en angst en verschrikking. Maar boven de open bijbel wordt haar naam genoemd in één adem met die van God. Zijn vriendelijke ogen zagen ook op haar neer, ook toen haar geest overstelpt was door ellende. Ook op het laatst toen ze viel na al haar wankelen, na al haar vruchteloos zoeken van evenwicht.
Op een kerkhof midden tussen de korenvelden staan, als stramme wachters, onaanzienlijk en verweerd, de grafstenen, eenvormig en smakeloos. Stram en stroef, met handen stijf van eeltige onhandigheid, doen de bestellers ter aarde gebukt hun werk.
Via de radio maakte ik kennis met de LSD-gedachte. Ten Hope voert het woord hierover.
Er zijn toekomstbeschrijvingen die de maatschappij koeler zien worden. In psychedelische stoffen zoekt men een tegenwicht in de droom, in de zwijmel, in L.S.D.
Amerikaanse studenten praten, lachen en mompelen een half uur na het gebruik als dronken mensen. Iemand anders blijft maar tegen zichzelf praten in de vreemdste klanken. Later doen zes microfoons zijn brallen overgaan in een soort onmenselijke angstkreten. Angstwekkende toepassingen van de moderne biotica's en chemische producten.
Een gebruiker zegt: Alleen mensen die meer aan zichzelf denken dan aan de massa zijn bang van dat spul. Door het gebruik ga je alle spelletjes, die vooral de hoge heren spelen, doorzien.