simon carmiggelt herfstbloemen colijn en de AR Buthdijk, Axel buurman Millenaar de molen van Cappon pioenrozen moeder Krina   DE TEKENAAR   aan de Amstel PCB-kalender Kuiphof meneer Visser






dagboekfragment uit 1936

De tekenaar is 27 jaar
Deze dagen zijn een aaneenrijging van feesten, van heel druk werken, een avond laat, een nacht en weer opnieuw. Na diepe vermoeidheid en korte rust veert m'n kracht weer op. Het vordert naar wens.
De propagandaplaat Jong Holland snakt naar werk met de suggestieve zin Geeft hun kans kwam gereed. Ik bracht ze zelf helemaal in vier kleuren op zink. Morgen of overmorgen zie ik de proefdruk tegemoet. Daarvoor bracht ik al een paar bezoeken aan Leiden.
Daar onderging ik ook de historische indruk van de Lakenhal met het vreemde contrast van een daarin ondergebrachte tentoonstelling van Charley Toorop.




Op m'n woningaanvraag bij de woningstichting Patrimonium, kreeg ik in februari bericht dat er een huis voor me gereed stond. Ik gaf de brief aan Krien door met het verzoek: Willen moe en/of pa met Krien meekomen om te bezichtigen en om te overleggen? Er moet een besluit genomen worden en aan Patrimonium bericht.

Pa en Krien kwamen. Zo stonden we in de woning die volgens mijn verzoek een grote lichte kamer op het Noorden en een op het Zuiden had.
"Naar de verdere indeling schikken we ons," had ik in mijn aanvraag gezegd.
Het antwoord hierop was verrassend vlug gekomen. Huur: f 24,40 per maand. Hoe kwam alles nu wonderlijk dichtbij.
Blijde geluksverwachting, opgetogen gedachten, vage beelden van vermoede mogelijkheden stonden me lokkend voor ogen. Hoe ook soberheid en de grootst mogelijke eenvoud te verwachten is volgens m'n financiële draagkracht en positie, toch, hoog daarbovenuit, draag ik een mooie droom van iets waarin ik wonen zal en werken.

Daar stonden we dan, Uiterwaardenstraat 189 1-hoog. Dit zou onze woning moeten zijn.
Het viel erg tegen. Er waren wel twee mooie kamers en andere noodzakelijke dingen, zelfs een bescheiden badgelegenheid (douche), maar er was geen slaapkamer, niet één. Onbegrijpelijk. Ja de achterkamer was daar eigenlijk voor bestemd.
"Nee, het gaat niet, het kan niet." zeiden Krien en Pa. Ik weifelde nog. Zou het helemaal onmogelijk zijn? Een opklapbed misschien, een divan?

Deze man, vol verlangen naar een eigen huis, was bereid om te plooien en te schipperen en te schikken om toch maar zo haastig mogelijk beslag te leggen op wat zomaar werkelijkheid kon worden. Door grote ramen viel in de ruime kamers het gewenste noorderlicht. De achterkamer gaf uitzicht op een lange tuin, aan weerszijden begrensd door een hoge huizenrij.

Pa's bijzijn en zijn woorden en wijze van adviseren gaven aan onze besprekingen een onprettige wending. En m'n meisje? Bij haar spreken en in haar houding was iets zeer beslists, haast bruusk soms. Ze vocht voor iets. Diep in me bewonderde ik haar daarom.
Ik zag 'mijn vrouwtje', sterk en verlangend. In haar praktische opmerkingen brak voor mij iets van je diepste wezen door, iets dat ik niet helemaal begrijp, maar dat toch het liefdesgeluk in me wakker riep.

Vervolgens kreeg ik bericht dat een ander huis vanaf 1 april a.s. voor ons beschikbaar zal zijn. Alleen ikzelf zag het en ik aanvaardde het. Griftstraat 46 1-hoog, huur f 26,90 per maand.
Aan tafel vanmiddag viel de opmerking: "Nu schiet het hard op."
Hoe durven we eigenlijk? Maar binnenin me is de verklaring van het geheim: "Door U alleen." Het zal juist voor het Paasfeest zijn, ons huwelijk.