Geconjugeerde paren
HA en A
- vormen een geconjugeerd paar.
Laten we een zuur aanduiden met HA. Opgelost in water kan HA H
+ afsplitsen.
Op dezelfde manier noemen we het A
- een base die - opgelost in water - H
+ kan opnemen.
De volgende evenwichten zullen zich instellen:
zure oplossingen |
HA |
+ |
H2O |
|
H3O+ |
+ |
A- |
zuur |
|
base |
|
zuur |
|
base |
A- is de geconjugeerde base van het zuur HA |
[water treedt hier op als base] |
basische oplossingen |
A- |
+ |
H2O |
|
HA |
+ |
OH- |
base |
|
zuur |
|
zuur |
|
base |
HA het geconjugeerde zuur van de base A- |
[water treedt hier op als zuur] |
Een zuur wordt altijd een base (en een base vormt altijd een zuur). Als het verschil tussen die twee niet meer is dan één proton (H
+), dan noemen we zo'n paar een
geconjugeerd paar.
Tabel I bevat een tabel met zuren en basen, in alle gevallen vergezeld van geconjugeerde wederhelft.