Eind jaren zestig, begin jaren zeventig van de vorige eeuw waren wij, de schrijvers van dit boekje, er zelf bij, beiden werkzaam in het onderwijs en beiden opvoeders van kinderen, zij het niet per se antiautoritair. Wel zagen we het om ons heen gebeuren. Ook wij vonden dat opvoeden op de ouderwetse manier niet meer kon. We dachten er over na en praatten erover mee. De nieuwe opvoeding ging echt anders dan hoe we zelf ooit waren opgevoed.
Om ons heen zien we de opvoeders van nu ploeteren met dezelfde vragen als toen: Moet ik dit mijn kind verbieden of toestaan? Mag het kind zelf dit of dat bepalen? Waar stel ik de grens? Wat vertel ik over bloot en seks? Waar doe ik het eigenlijk voor? Het grote geluk? BN'er zijn? Rijk worden? Of, minder op zichzelf gericht, een bijdrage leveren aan iets? Kun je een karakter vormen? En ook: moeten we een voorbeeld nemen aan de supernanny's en tijgermoeders?
Zulke vragen zijn van alle tijden, maar in de jaren vijftig waren de antwoorden van onze eigen ouders bepaald anders dan die van de antiautoritaire opvoeders en ook anders dan die van nu. Blijkbaar verschijnen er altijd weer nieuwe antwoorden. De bedoeling van dit boek is om te laten zien hoe de antiautoritaire opvoeders aan hun antwoorden kwamen, met daar doorheen de vraag of en, zo ja, wat de opvoeders van nu daarvan kunnen opsteken. Je verdiepen in de antiautoritaire aanpak helpt je bij het nadenken over zulke vragen.
Veel geschreven documentatie over deze beweging is er niet. Op Internet vind je wat encyclopedische beschrijvingen, een paar documentaires, een artikel dat wij zelf geschreven hebben in 2000 en verder verwijzingen naar de website waar wij dit boek voorlopig plaatsen.
Bij veel jonge opvoeders gaat bij het begrip 'antiautoritair' nauwelijks een belletje rinkelen. Anderen herinneren zich vaag de 'smerigheid' van die 'kresj' en weten zeker dat de ongehoorzaamheid van moderne kinderen de schuld is van die antiautoritaire groep.
Van die paar documentaires werd de nieuwste in november 2014 uitgezonden door de VPRO: "Onze kresj". In de VPRO-gids wordt die documentaire een 'zwarte komedie' genoemd, maar dat begrip doet geen recht aan de inhoud. Ja, je moet er echt wel eens om lachen, maar een komedie was het antiautoritaire experiment niet, evenmin als de film.
In 1995 gingen we op zoek naar de antiautoritaire opvoeders van weleer en vonden hen vooral in Amsterdam, Groningen, Utrecht en Nijmegen. In lange gesprekken gaven ze niet alleen hun herinneringen en meningen, maar ook documenten uit die tijd.
We spraken met twintigers die antiautoritair werden opgevoed en die vertelden hoe zij er op terugkeken. Ze hadden in '95 de leeftijd van hun ouders, toen die hen verwekten.
In een Tv-uitzending van Andere Tijden (2010) kwam het fenomeen weer in de picture en mede daardoor spraken we opnieuw met een aantal van diezelfde kinderen, nu veertigers en druk aan het opvoeden.
"In plaats van te studeren, verdoen ze hun tijd met het verwisselen van luiers!" mopperde een professor in 1969. Op zich was het toen vrij gewoon dat jonge mensen rond hun twintigste kinderen kregen en daarom moesten trouwen. Wel nieuw was dat de professor het verschijnsel vaker dan vroeger aantrof onder zijn niet-afgestudeerde studenten. De vrijere seksuele moraal had daarmee te maken. De drempel van apotheek en drogist (waar je vanaf 1967 voorbehoedmiddelen kon kopen) was nog erg hoog en een eventuele abortus illegaal.
De jonge ouders waren dezelfde studenten en jonge kunstenaars die in die tijd protesteerden tegen de moraal en de maatschappij van hun ouders en gezagsdragers. Elke autoriteit en alle vormen van gehoorzaamheid wantrouwden ze en - o hemel - nu moesten ze plotseling zelf gaan opvoeden. Wat nu? Een opvoeder is immers de autoriteit die gehoorzaamheid eist? Moesten zij dat nu zelf gaan doen? Dat nooit!
Enthousiast grepen ze deze gelegenheid aan om de opvoeding van hun kinderen te gebruiken voor het creëren van nieuwe, autonome, kritische en sociale mensen. Hun kinderen moesten, als ze groot zouden zijn, de nieuwe samenleving, hun Utopia vorm gaan geven. Het opvoeden werd een strategie ter verbetering van de wereld. De oude opvoeding, die deze protestgeneratie zelf had moeten ondergaan, had in Duitsland niet kunnen voorkomen dat mensen zich overgaven aan het zeer autoritaire nazisme. Hun eigen Nederlandse ouders zagen als vanouds gehoorzaamheid als een van de grote deugden voor elk 'braaf' kind.
Voortvarend gingen ze aan het werk, met name door het oprichten en onderhouden van antiautoritaire crèches. Die waren begonnen in de zogenaamde Kinderläden in Berlijn, uiteraard niet toevallig in Duitsland. Daar studeerden progressieve Nederlandse studenten die er collega's ontmoetten als Daniel Cohn-Bendit, en de jonge ouders gingen in Berlijn een kijkje nemen. Zo kwamen de antiautoritaire inzichten in Nederland terecht. In hun 'kresj' brachten ze samen de theorie in praktijk, met als kenmerk dat vrijwel niets verboden werd. Die kinderen konden vrij hun gang gaan.
Erg lang hielden ze het nieuwe opvoeden niet vol. Alles bij elkaar duurde deze periode niet veel langer dan een jaar of vijf, zes. Hun kinderen zijn over het algemeen niet slechter terecht gekomen dan hun leeftijdgenoten. En ja, ze lijken meer dan gemiddeld kritisch en creatief, hebben vaak geen 9-tot-5-baan. Van het antiautoritaire gedachtegoed is echt wat blijven hangen.
Maar moet je niet ruimer kijken dan alleen naar de betrokken kinderen? Zien we een en ander terug in het opvoedkundig klimaat in Nederland? Wij denken dat de antiautoritaire voortrekkers werkten als katalysator in opvoedingsland, zoals de Dolle Mina's dat waren in de vrouwenemancipatie.
Sommige kenmerken van het hedendaagse opvoeden, bijvoorbeeld de overlegcultuur met het kind, waren in de jaren vijftig nog ondenkbaar, maar zijn nu algemeen aanvaard.
We hebben alle interviews en documenten bestudeerd en bewerkt. In een groeiproces vormt zich het resultaat. Wij hebben bij verschillende uitgevers geprobeerd ingang te vinden voor het uitgeven van een boekje over die antiautoritaire opvoeding. Helaas zonder succes.
Daarom nemen we onze toevlucht tot het Internet. We hoeven dan ook niet te wachten tot het helemaal af is. Aan een aantal onderdelen wordt nog gewerkt. Er is alvast een inhoudsopgave die aangeeft welke onderwerpen aan de orde komen en op welke interviews en literatuur we ons baseren. Het kan dus best zijn dat hoofdstukken en thema's in de loop van het uitgeven nog veranderen. Aan het eind van dit proces hopen we dat er een degelijk en prettig leesbaar document beschikbaar is over het wonderlijke fenomeen 'antiautoritaire opvoeding'.