REDOXREACTIES

Inleiding

Het onderwerp van deze cursus is "REDOX-reacties", waarbij REDOX het resultaat is van een afkorting:

RED komt van Reductor

OX komt van Oxidator

In elke redoxreactie zijn dat de twee belangrijkste deelnemers.

In een redoxreactie reageren altijd een oxidator en een reductor.

en opgelet:

Er ontstaan daarbij ook altijd een nieuwe oxidator en een nieuwe reductor.


Je zou een beetje ijzerpoeder en zwavelpoeder goed moeten mengen in een reageerbuis en voorzichtig verhitten boven een brandervlam.
Eerst smelt het zwavel en met dat ijzerpoeder erin lijkt het dan een zwart vloeibaar mengsel, maar al gauw gaat het echt reageren.
Het gaat zelfs gloeien, zo veel energie komt er bij vrij.

Het resultaat - kun je na afkoelen gewoon vastpakken - is een harde, vormloze substantie, zwart van kleur
en lijkt helemaal niet meer op ijzer of zwavel.
We hebben hier een voorbeeld van een redoxreactie met ijzer als reductor en zwavel als oxidator.
Wat is er precies gebeurd?

Een korte herinnering aan scheikundige begrippen die je hier nodig hebt:
Redox heeft alles te maken met elektronen, meestal de valentie-elektronen van bepaalde atomen.
Hoe zit dat ook weer met het afgeven en opnemen van elektronen?
Je weet vast nog:
Alle deeltjes (atomen, moleculen, ionen, ze bevatten altijd elektronen.

Opdracht 1
Schrijf precies op wat er gebeurt als twee deeltjes elkaar tegenkomen en één wil elektronen afgeven en de ander wil opnemen.

Opdracht 2
Hoeveel elektronen bevinden zich in de volgende deeltjes:     Ba2+      SO42-      6C6H12O6      U     
Kies antwoord 10-02





terug naar start