3.3 De reactie-orde

De reactie-orde definieert men als de totaalexponent van de concentraties in de formule voor de snelheid V.
Normaal wordt deze exponent afgeleid van de coëfficiënten in de reactievergelijking.

Opdracht 39
Wat zal de orde zijn van de onderstaande reacties?
Cl2 2 Cl·      V = k*[Cl2]
2NO2 N2O4      V = k*[NO2]2
CH3I + OH- CH3OH + I-       V = k*[CH3I]*[[OH-]
       
Even terug naar de reactie: H2(g)+ Br2(g) 2HBr(g)
Dit lijkt een reactie van de tweede orde (bimoleculair), maar metingen van de snelheid tonen aan dat de orde van deze reactie = 1½.
Hoe leggen we dit uit?

De reactiestappen (met radicaal-mechanisme):
  1. Br2 pijlen (8K) 2Br·       dit evenwicht wordt gemakkelijke en snel bereikt
  2. Br· + H2 HBr + H·       dit is de langzame stap
  3. H· + Br2 HBr + Br·       dit is de snelste stap


Opdracht 40
Geef de eerste stap, de laatste stap en de hoofdstap.

Stap 2, de traagste, is bepalend voor de totaalsnelheid:
Vtotal =
Evenwicht 1 heeft als voorwaarde:


Als we de twee (wiskundige) vergelijkingen combineren, kunnen we berekenen:

 wat betekent dat de reactie-orde gelijk moet zijn aan 1½ (zie exponent)





terug naar start