I.
Periode 2, Li - F |
Verbindingen met Waterstof (hydriden) | LiH BeH2 BH3 {CH4} NH3 H2O HF |
Sterke Base ---------------------zwakke base - neutraal - zwak zuur | ||
Van links naar rechts zien we een geleidelijke overgang van base naar zuur, waarbij water een echt neutrale stof is en CH4 ook, maar om andere redenen dan water. Het hydride-ion (H-) is zeer basisch en kan worden afgestaan door LiH en BeH2. BH3 en NH3 hebben de neiging om H+ op te nemen, dus zijn zwak basisch, waarbij NH3 zwakker is dan BH3. | ||
Verbindingen met waterstof én zuurstof | LiOH Be(OH)2 B(OH)3 = H3BO3 H2CO3 (=H4CO4) HNO3 [H2O] HFO3 | |
Base ---------------------------amfoteer ----------- zwak zuur -------- sterk zuur | ||
Van links naar rechts heb je weer een verandering van base naar zuur, waarin water ook een stof is met waterstof en zuurstof en dat blijft buiten deze analyse. Het element B verbonden met zuurstof en waterstof kan Boriumhydroxide vormen óf Boorzuur (kan één H afsplitsen). Die twee zijn gelijk, zijn hetzelfde. Deze stof noemen we een amfotere stof of wel een amfolyt. | ||
II.
Periode 3, Na - Cl |
Verbindingen met Waterstof (hydriden) | NaH MgH2 AlH3 {SiH4} PH3 H2S HCl |
sterke base --------------- zwakke base - zwak zuur - sterk zuur | ||
Van links naar rechts zien we een verandering van basisch naar zuur, met SH4 om diverse redenen neutraal.
Het ion H- is zeer basisch en kan worden afgestaan door LiH en BeH2. BH3 en NH3 hebben juist de neiging om ionen H+ (protonen) op te nemen. waarbij NH3 zwakker base is dan BH3. |
||
Verbindingen met waterstof én zuurstof | NaOH Mg(OH)2 Al(OH)3=H3AlO3=HAlO2 H4SiO4=H2SiO3 H3PO4 H2SO4 HClO3 | |
Base ---------------- amfoteer ------------ zwak zuur --------- sterk zuur | ||
Van links naar rechts heb je een verloop van basisch naar zuur.
Het element Al, verbonden aan zuurstof en waterstof, kan een amfotere stof opleveren. |
||
III.
Groep 1, Li – Cs |
Verbindingen met Waterstof (hydriden) | LiH - NaH - KH - RbH - CsH (Het zijn allemaal hydriden) |
Base --------------------- zeer sterke base | ||
Het ion H- is een ion met een zeer sterk basisch karakter | ||
Verbindingen met waterstof én zuurstof | LiOH NaOH KOH RbOH CsOH | |
Base --------------------------- zeer sterke base | ||
Het zijn allemaal sterke basen door de aanwezigheid van het ion OH-
Het zijn allemaal ionbindingen. De ionstralen van de positieve ionen nemen toe van boven naar beneden. |
||
IV.
Groep 5, N - Bi |
Verbindingen met Waterstof (hydriden) | NH3 PH3 AsH3 SbH3 BiH3 (Allemaal zijn het hydriden) |
zwakke base --------------------- sterke base | ||
Het ion H- is een ion met een zeer sterk basisch karakter | ||
Verbindingen met waterstof én zuurstof | HNO3 H3PO4 H3AsO4 H3SbO4 H3BiO4 | |
sterk zuur --- zwakker zuur --- amfoteer --- zwakke base | ||
Van boven naar beneden verliezen deze stoffen hun zure karakter | ||
V.
Groep 6 O - Po |
Verbindingen met Waterstof (hydriden) | H2O H2S H2Se H2Te H2Po |
amfoteer ----- zwak zuur -------- sterkere zuren | ||
Het ion H- is een ion met een zeer sterk basisch karakter | ||
Verbindingen met waterstof én zuurstof | H2O H2SO4 H2SeO4 H2TeO4 H2PoO4 | |
amfoteer---- sterk zuur ------ zwakkere zuren | ||
VI.
Groep 7, F - At |
Verbindingen met Waterstof (hydriden) | HF HCl HBr HI HAt |
zwak zuur ------- sterke zuren | ||
Verbindingen met waterstof én zuurstof | (HFO3) HClO3 HBrO3 HIO3 HAtO3 | |
Bestaat niet sterk zuur ------- zwakkere zuren | ||
|
|
|
|
|
|