Periodiek Systeem
De meest karakteristieke gegevens van een atoom zijn:
- het aantal elektronenschillen
- het aantal elektronen in de buitenste schil (de valentie-elektronen)
Je zou kunnen zeggen: dat zijn de vingerafdrukken van het element.
Het aantal hoofdschillen kan variėren van 1 tot 7, wat overeenkomt met de zeven perioden van het PS (de horizontale rijen)
Het aantal valentie-elektronen kan variėren van 1 tot 8, wat overeenkomt met het aantal hoofdgroepen van het PS (de vertikale kolommen)
Met deze twee gegevens kun je de plaats van een element in het PS definiėren.
Het Periodiek Systeem met alleen de hoofdgroepen:
1 |
H |
|
|
|
|
|
|
He |
2 |
Li |
Be |
B |
C |
N |
O |
F |
Ne |
3 |
Na |
Mg |
Al |
Si |
P |
S |
Cl |
Ar |
4 |
K |
Ca |
Ga |
Ge |
As |
Se |
Br |
Kr |
5 |
Rb |
Rb |
In |
Sn |
Sb |
Te |
I |
Xe |
6 |
Cs |
Bi |
Tl |
Pb |
Bi |
Po |
At |
Rn |
7 |
Fr |
Ra |
|
|
|
|
|
|
metalen |
Cs |
metalloļden |
Po |
niet-metalen |
Se |
Dit Periodiek Systeem is niet volledig; je ziet hier een simpel PS met alleen hoofd- en nevengroepen, in totaal 8 groepen en 7 periodes.
Wel volledig:
Een volledig periodiek systeem, met de mogelijkheid om van elk element gegevens op te zoeken (door het eenvoudig aan te klikken) vind je op de volgende website. Speel er eens wat mee.
Ken je de plaats van een element in het PS, dan is het mogelijk iets zinnnigs te zeggen over de eigenschappen van dit element.