2.2  Homogene en Heterogene structuren

Puur theoretisch, rekenkundig, zouden we 18 soorten mengsels van twee komponenten kunnen onderscheiden, als we uitgaan van:
  1. we hebben drie verschillende fases,
  2. het mengsel bestaat uit twee komponenten en
  3. als we veronderstellen dat elk mengsel zowel homo- als heterogeen kan zijn.

(s)
(l)
(g)
(s)
(s) + (s) (s) + (l) (s) + (g)
(l)
(l) + (s) (l) + (l) (l) + (g)
(g)
(g) + (s) (g) + (l) (g) + (g)

Het schema toont 9 theoretische mengsels die (ook theoretisch) allemaal homogeen en heterogeen kunnen zijn. Let wel, dit is een theoretische benadering.
De praktijk is echter anders:
  1. (l) + (s)     en     (s) + (l) zijn gelijk aan elkaar.
  2. (g) + (g) is altijd homogeen; de heterogene vorm bestaat niet.
  3. (g) + (s) komt alleen voor in heterogene mengsels.
  4. .................................
  5. .................................

Opdracht 17
Probeer de open lijnen in te vullen.

Een paar voorbeelden:
Opdracht 18
Wat zijn dat ook weer voor mengsels die je aanduidt met (aq)?

Opdracht 19
Hoeveel verschillende echte mengseltypes kun je noemen?
  1. 18
  2. 12
  3. 11
  4. 10
  5. 9
  6. 6
Leg je keuze uit.

Opdracht 20
Als je bier opvat als een mengsel van water en alkohol, wat voor type mengsel is dat dan?
Kies antwoord 05-20

Opdracht 21
Wat voor mengseltype is brons?





terug naar start