In het geval van hemoglobine van het bloed worden vier polipeptideketens, die elk al een tertiaire structuur hadden gevormd, samengevoegd tot één groot geheel: de quaternaire structuur.
De krachten die de vorming van secundaire en tertiaire structuren mogelijk maken zijn:
- Waterstofbruggen
- vanderWaals krachten
- dipolaire krachten
- Zwavelbruggen (Cisteíne)
Opdracht 14
Bestudeer goed bovenstaand diagram van hemoglobine en beantwoord de volgende vragen:
- wat betekent 'nm'?
- Waar in het enzym bevindt zich de helix?
- Wat voor krachten stabilizeren de helix (aangegeven met puntjes . . . . . . . )?
- Wijs het co-enzym aan. waar zit dat?
- Heeft het Hb ergens een anorganisch gedeeltje?
- Wat voor krachten stabilizeren de tertiaire structuur?
terug naar start