3. De evenwichtsvoorwaarde

In module 7 wordt het volgende behandeld over de reactiesnelheid:

V = k.[conc.]n

Als je deze formule toepast op zowel de heen- als de terugreactie     2HI     I2 + H2

komen we bij het volgende resultaat:

Vheen = kheen x [HI]2     en       Vterug = kterug x [I2] x [H2]


Let op: in principe zullen de concentraties van de stoffen in een evenwicht nooit helemaal 0 worden, en dat wil zeggen dat ook de snelheden niet 0 worden, zoals dat wel gebeurt bij éénrichtingsreacties.

Opdracht 1
De reactiesnelheid is voor een groot deel afhankelijk van concentraties van de reagerende stoffen:
hoe meer substraat, hoe sneller de reactie.
  1. Dus op welk moment van de reactie zal de reactiesnelheid het grootste zijn?
  2. En precies zo voor de terugreactie.
  3. Hieronder vind je diagrammen van de snelheden en van de concentraties:

    Hoe veranderen de reactiesnelheden van de heen- en terugreactie vanaf de start (t0) tot het bereiken van het evenwicht (teq)?

De evenwichtsvoorwaarde van een chemisch evenwicht is:
de twee reacties (heen en terug) worden niet 0 (behouden een zekere snelheid) en verlopen met gelijke snelheid.


Of Ook:      Vheen = Vterug

Opdracht 2
  1. Zet in het snelheidsdiagram de eenheden en geef aan wat de x-as en y-as voorstellen.
  2. Welke stoffen zullen gaan domineren gedurende het evenwicht en waarom?






terug naar start