5. Enzymen

5a. Inleiding

Kwantitatief gezien, dus in hoeveelheden, zijn er veel meer structuureiwitten in een levend wezen, dus eiwitten die de weefsels vormen: huid en haar, vlees, enz.
Echter, een ander type van eiwitten dat niet zozeer in grote hoeveelheden voorkomt, maar toch minstens zo belangrijk is, zo niet belangrijker, zijn de katalysatoren van de biochemische processen: de enzymen.


Een beetje geschiedenis

Louis Pasteur (1822 -1895) was een van de eerste wetenschappers die reacties onderzocht die gekatalyseerd worden door enzymen. Hij geloofde dat gist of levende bacteriën nodig waren voor zulke reacties, die hij "gisting" noemde. Bijvoorbeeld ook de omzetting van glucose in alcohol.
In 1897 maakte Eduard Büchner een filtraat zonder cellen dat afgezonderde enzymen bevatten. Daartoe behandelde hij gistcellen met fijn zand.
De enzymen die zich in dat filtraat bevonden waren prima in staat om glucose om te zetten in alcohol.
Zo bewees hij dat voor enzymactiviteit niet de aanwezigheid van levende cellen vereist is.
Büchner ontving hiervoor de Nobelprijs voor de scheikunde in 1907.





terug naar start