1.1 Elementen en ionen

Elk element heeft zijn eigen naam en symbool. De namen geven vaak iets weer van de geschiedenis van het element en komt soms uit het latijn. Maar vergeet niet: elke taal heeft wel een eigen, vaak ouderwetse naam voor dit element (lood, tin, zwavel, noem maar op, en dat niet alleen in het Nederlands!)
Het symbool is altijd een hoofletter, vaak (maar niet altijd!) vergezeld van een kleine letter.
Er is een tabel met alle elementen: tabel V

Als atomen overgaan in ionen, kunnen die positief of negatief zijn.
Als het eenvoudige positieve ionen betreft blijft de naam van het element onveranderd, maar zet men er een romeins cijfer bij: I, II enz. om op die manier de lading van het eenvoudige ion aan te geven.

voorbeelden:
Het ion koper kan de ionformule: Cu2+ hebben. Als naam daarvoor schrijf je dan: ion Cu(II); het IJzer(III)ion is het ion Fe3+

Gaat het om eenvoudige negatieve ionen, dan zet men achter de naam van het element de uitgang -ide.

een paar voorbeelden: I- is het ion "Jodide", Cl- is het ion "Chloride".
CuI2 (opgebouwd uit ionen Cu2+ en heeft de naam: koper(II)jodide.

Opdracht 1
lang geleden waren fietsen voorzien van een carbietlantaarn. Een witte stof, carbide, moest reageren met water. Dan vormde zich een brandbaar gas, dat werd aangestoken. Zo verscheen een lichtgevende vlam.
Wat wordt dan bedoeld met "Carbide"?

Behalve eenvoudige ionen, kennen we ook complexe ionen, samengesteld uit meerdere atomen van hetzelfde of van verschillende elementen. Ook die kunnen positief en negatief zijn. Je kunt een tabel oproepen uit het tabellenboek, bijvoorbeeld tabel XI over oplosbaarheid van zouten.
In die tabel kunnen we de symbolen zien van allerlei ionen.
Normaal gesproken moeten chemiecursisten de ionen uit deze tabel uit het hoofd kennen! Niet zeuren hierover graag.
Let er op dat zouten altijd opgebouwd zijn uit negatieve en positieve ionen (samen neuraal)

Opdracht 2
Controleer of je alle namen en formules kent uit tabel XI

Opdracht 3
Leg uit wat de volgende formule betekent: Hg22+

Opdracht 4
Geef enkele voorbeelden van samengestelde en enkelvoudige ionen.





terug naar start