Even ter herinnering: de Indeling van de proteïnen

Je kunt ze indelen naar vorm en dan heb je eiwitten in vezelvorm en in globulaire vorm.
  1. Vezeleiwitten - toch zeker 10 x zo lang als breed. Zo heb je bijvoorbeeld in de nagels, in huid en huiden: Keratine.
  2. Globulaire proteïnen - zijn veel ronder van vorm, dus lengte en breedte verschillen niet veel. Voorbeelden: enzymen, antilichamen, membraanproteïnen, hemoglobine, chlorofyl, en meer.
Deze indeling heeft direct te maken met de twee belangrijkste functies van proteïnen:
  1. vorming van weefsel (spieren, huid, been, colageen, enz.)
  2. katalyse (controle van de reacties, transmissie van zenuwimpulsen, immuunbescherming)

De studie over proteïnen vormt de basis voor het begrijpen van de genetica.
In het laboratorium zal t.b.v. zulke studies in elk geval nodig zijn: zuivering en scheiding van proteïnen met technieken zoals chromatografie en elektroforese.

Letten we op de molecuulsamenstelling van de eiwitten, kun je de proteïnen indelen in: eenvoudig en complex.
  1. Eenvoudige proteïnen of homoproteïnen: - zijn uitsluitend opgebouwd uit aminozuren en niks anders. Voorbeelden: insuline, albumine, keratine, fibrinogeen (dat zich bevindt in het bloedplasma en dat meedoet aan de bloedstolling).
  2. Complexe eiwitten of heteroproteïnen: - zijn gekoppeld met niet-eiwitstructuren, zoals de prostetische groepen.

Opdracht 16
Hoe klassificeren we de proteïnen van vlees? (tot welk soort proteïnen behoren zij?)

Voorbeelden van groep B:
  1. Chlorofyl, waarvan de prostetische groep Mg is
  2. Hemoglobine waarvan Heem met Fe de prostetische groep is
  3. kaseíne (in melk), waarvan de prostetische groep fosfaat is
  4. kerneiwitten: - voornamelijk in de ribosomen en waarvan de prostetische groep een ribonucleínezuur is (RNA) of (DNA)
  5. glycoproteïnen, waarvan de prostetische groep een saccharide is; lipoproteïnen met lipiden als prostetische groep
N.B.
  1. Complexe proteïnen worden ingedeeld naar hun prostetische groep.
  2. Als de prostetische groep een bepaalde kleur heeft, wordt ook wel gesproken van chromoproteïnen.


Wat betreft hun fundamentele functie worden de proteïnen ingedeeld in structuureiwitten en enzymen:
  1. Struktuureiwitten:
    behoren bij de celstructuur en zijn daar "bouwstoffen"
  2. Enzymeiwitten:
    controleren praktisch alle chemische reacties in de cellen.

Opdracht 17
Hemoglobine dankt zijn rode kleur aan de heemgroep.
Probeer nu hemoglobine te klassificeren en wat is het meest karakteristiek voor de heemgroep?





terug naar start