Verschillende types basen
  1. Organische moleculen
    Meestal zijn dat de organische stoffen die stikstof bevatten en dat stikstofatoom heeft een vrij elektronenpaar.
    Daarbij kun je denken aan amines, en aan de aminozuren.
  2. Negatieve ionen
    In principe kunnen alle negatieve ionen H+ ionen ontvangen, opnemen. Dus het zijn altijd basen, sterke of zwakke.
    Sommige zijn buitengewoon zwak, zoals Cl-. Dan is het zure karakter alleen maar theorie. In werkelijkheid stelt het niets voor.
  3. Sommige positieve ionen Kationen zijn veelal zuren, zoals we gezien hebben, maar als ze polyprotonisch zijn, meerwaardig, dus als ze meer dan één proton kunnen afstaan, dan komen we in de buurt:
    Als bijvoorbeeld het driewaardig positieve gehydrateerde Al-ion (Al(H2O)63+) één proton heeft afgestaan, dan heeft zich gevormd: Al(OH)(H2O)52+).
    Dit is een positief ion dat toch weer zo'n proton terug kan pakken en dus als base kan reageren. Tegelijk kan datzelfde deeltje ook doorgaan met protonen afstaan (en Al(OH)2(H2O)4+ vormen).
    Het kan dus opnemen en ook afstaan, dus het is een amfoteer deeltje.

    Al(H2O)63+ + H2O Al(OH)(H20)52+ + H3O+
    zuur base base zuur

  4. Neutrale moleculen
    Zoals bijvoorbeeld ammoniak en water (waarbij water amfoteer is)