De nieuwe leerkracht
1996
College of Education,
Molepolole, Botswana
Ze stond ineens in ons midden, breed glimlachend, het magere hoofd knikkend naar links en rechts, strak en zwart haar, pretspleetogen.
"Hello, hello."
De Head of Department had de deur voor haar open gehouden, zo kwam ze binnen. Een lange, witlinnen broek, een tropenhoed of -helm van hetzelfde materiaal. De hoed droeg zij voortdurend in haar hand.
"May I introduce...? Our new colleage. She will teach chemistry. Her name is eh.... Sjang or something. She is from China."
De laatste toevoeging had iets overbodigs en zijn woorden en haar verschijning kwamen voor alle aanwezigen als volslagen verrassing. Halverwege de derde term, nog een maand les te geven, de zoveelste nieuwe collega. We zaten daar, alle science teachers in onze wekelijkse meeting met cake en koffie. We knikten haar vriendelijk terug. Ze zette zich neer, een beetje achteraf, en de HOD, op zijn bekende bedachtzame manier, begon de punten van een niet bestaande agenda af te werken. De cake en het hete water waren al lang op toen hij de Chinese dame aan mij toevertrouwde.
"This is Mr Alten. He is coordinator of the chemistry course and will provide you with everything you need."
We gaven elkaar een hand, bogen op een ietwat oosterse manier, hoffelijk bedoeld. Intussen circuleerden in mijn achterhoofd wat getallen: zes major groepen voor scheikunde hebben elk drie uur les per week, dat geeft 18 lesuren. Momenteel worden die verdeeld over mij, een collega en Oluyomi, een Nigeriaan, die halverwege vorige term op vergelijkbare wijze uit het TSM-doosje (ministerie) was getoverd. Met deze dame erbij, blijven er voor elk gemiddeld minder dan zes uur scheikunde over.
"Shall I show you the college? These are the labs, this is the administration, overthere is the toilet."
Ze dook meteen de WC in en verbleef daar lange tijd. Stond ze de hele ochtend al op barsten of voelde ze zich verplicht de wc te gebruiken, nu ik die haar had aangewezen? Van een Chinese cultuur weet ik niets. Ze kwam weer tevoorschijn en we gingen naar mijn kantoortje.
Waar ze verbleef, en hoe ze vandaag hier gekomen was. Hoe ze toch wel precies heette, wilde ik graag weten. Zhang Fan was haar naam en ze zat enkele dagen in het Presidents Hotel. TSM zou voor transport zorgen naar de College, maar niemand was komen opdagen, tot vanmorgen. Dus was ze nu hier. Ze was bang dat de chauffeur inmiddels wel vertrokken zou zijn, zonder op haar te wachten. De plincipal vond dat ze maar naar Grand Palm moest verhuizen; daar zaten meer collega's zonder onderdak en transport.
Haar Engels klonk perfect. Het deed me denken aan een scene waarin de Bie, als groenteman, een Turks uitziende klant begroet met: "Willen jij worteltjie?" Waarop de turk, Kees van Kooten dus, antwoord: "Doet u mij het genoegen een halve kilogram peentjes voor mij af te wegen, als het u belieft." Keurig, bijna accentloos koninginnen-Nederlands. Zo ook deze magere, voortdurend glimlachende Chinese dame. Wat ze aan Engels kent, spreekt ze veel mooier uit dan ik ooit zal kunnen.
"Het zal moeilijk zijn om u voor deze term nog lessen te geven."
Ik legde haar dat voorzichtig uit en vroeg of ze lessen zou willen bijwonen, of wilde helpen bij het voorbereiden van practicum. Dat wilde ze graag. Ze hoopte dat ze fysische chemie zou mogen geven. Een lichte huivering tussen mijn oren.
"Wat deed u hiervoor eigenlijk?"
"Ik heb tien jaar kwantumchemie gegeven aan de universiteit Fan Knie tot HangWang."
Ik was natuurlijk zeer onder de indruk. Wat een moeilijk onderwerp, wat een knap specialisme. En mijlen verwijderd van onze syllabus en onze studenten.
"Hoe komt u toch hierzo terecht, in Botswana?"
Ze vertelde dat de regering van China aan Botswana had toegezegd lecturers te zullen sturen, om het land in haar ontwikkeling te helpen. Zij was uitgeselecteerd omdat ze zo goed Engels sprak. Zodoende. En nu was ze hier, op The College. TSM had haar aangenomen als docente fysische chemie. Een grote politieke vogel had deze vrouw in China opgepikt en hier gedropt, eenzaam en alleen in een grove, haar onbekende cultuur. Er was geen acculturatiecursus in Knie tot HangWang.
Ik vroeg haar of ze wist dat dit een College of Education was en dat onze studenten les gingen geven op Junior Secondary. Nee, dat wist ze niet. Ze had begrepen dat het een College was, dus zoiets als een universiteit. Had ze ooit wel iets met aanstaande leraren te maken gehad? Nou nee, dat niet dus. Ze had tien jaar fysische ….. enz. Voorzichtig deelde ik haar mee dat we al blij zijn als onze studenten O-level hebben bij hun afstuderen. Ze bleef glimlachen, maar ik voelde dat mijn onrust op haar begon over te slaan. We moesten verder, dus vroeg ik haar of ze voor de week daarop een practicumvoorstel wilde maken over titraties. Zo'n voorstel zouden we dan maandag kunnen bespreken.
"Titlaties?!"
Niet begrijpend keek ze me aan.
Ik maakte een schetsje om uit te leggen welk scheikundig onderwerp ik bedoelde, waarop zij opgelucht haar hoofd oprichtte:
"Zeker ja, ik herken het. Dat heb ik gehad op de middelbare school."
Weer ongerust vroeg ik:
"Heeft u, behalve kwantumchemie, ook andere onderwerpen gedoceerd? Het zit namelijk zo, wij moeten scheikunde te geven. Algemene scheikunde. Heeft u een syllabus gekregen? Alle onderdelen moeten we behandelen."
Nee, iets anders had ze nooit gedoceerd. Maar een syllabus had ze wel gehad en alle onderwerpen kende ze nog van de middelbare school, en sommige ook wel van daarna.
"What about professional studies, vakdidactiek?"
Ze begreep dat ze ook didactiek zou moeten geven. Maar het zou allemaal geen probleem zijn. Ze zou zich goed voorbereiden. Ze zou bij die lessen de studenten laten discussiëren over wat de beste manier van lesgeven was. Maar liefst zou ze toch fysische chemie geven.
Ik moest nog een les koolstofchemie geven aan derdejaars en vroeg haar die les bij te wonen.
"Ik hoop wel dat er genoeg studenten komen. Ze moeten vandaag hun project inleveren en velen van hen zitten wellicht nog ergens te schrijven."
"Ale they not punished?"
Nadat de les was afgelopen, vroeg ik haar commentaar. Ze herinnerde zich al die dingen nog heel goed. Ze moest een boek hebben, waar al die Engelse namen in stonden, want ze kende die verbindingen alleen bij namen in het chinees.
"Heeft u wat naslagwerken meegenomen vanuit China?"
"Alleen voor fysische chemie. Ik hoop dat ik fysische chemie kan geven."
Ik gaf haar een boek mee over algemene chemie, waarvoor ze me uitbundig bedankte. Ik legde haar uit waar de bus, het openbaar vervoer naar Gaborone vertrok.
Maandag komt ze weer, onze nieuwe collega.